De Camino de Santiago; een pelgrimstocht van honderden kilometers lang. Zelf liep ik de laatste 200 kilometer van de Camino de Santiago, met als eindbestemming de heilige stad Santiago de Compostella. Een schitterende pelgrimstocht, maar ook intens zwaar, zowel fysiek als mentaal. In deze blogreeks neem ik je mee in mijn ervaring van de Camino de Santiago. Dag 4:

Vandaag lukt het niet. Ondanks de goede nachtrust word ik doodmoe wakker en mijn knieën doen pijn. Om mij heen maakt iedereen zich klaar om op pad te gaan, maar ik weet dat ik pauze moet nemen. Ik ga Santiago de Compostella nooit halen als ik op deze manier mijn pijnlijke lichaam blijf negeren.

Ik begeef me in een gigantische tweestrijd. Enerzijds wil ik door. Ik heb allemaal mooie mensen ontmoet met wie ik wil blijven optrekken. De meeste van hen lopen al dagen of weken en hebben hooguit één rustdag gehad. Waarom zou ik na slechts drie dagen lopen al rust moeten hebben?

Anderzijds begon ik dit avontuur juist met de intentie mijn eigen grenzen te leren respecteren. Om te leren om oke te zijn on my own. De eerste drie dagen bikkelen hebben me misschien juist laten inzien dat ik nog niet zo ver ben. Ik ben – het zij noodgedwongen – mijn grens op dag twee al overgegaan, met als gevolg dat ik koud, pijnlijk en verkleumd aankwam bij mijn eindbestemming. Mijn lichaam is dat (nog) niet gewent en ik heb haar ook geen tijd gegeven om bij te komen.

Het logo van de Camino Primito op de vloer met mijn voeten erbij in beeld

Daarnaast is het ook best confronterend om zoveel alleen met jezelf te zijn. Geen afleiding van social media, geen afleiding van mensen op je heen of je vaste routines in je dagelijks leven. Zoals op zoveel reizen, maar de Camino in het bijzonder, ontmoet ik hier mensen die ik daarna nooit meer zal zien. Dat maakt de ontmoeting niet minder waardevol, maar op dit moment verlang ik naar dierbare vriendschappen die ik ook tijdens andere reizen heb gevonden. En dus wil ik vasthouden aan de mensen die ik nu heb leren kennen.

Daarom is de keuze dat ik een rustdag neem geen makkelijke.

Camino Primitivo: een nieuwe route

Met een kopje thee zit ik op de bank en wens ik iedereen een buen camino, een goede reis. Hoe later het wordt, hoe minder mensen er blijven hangen. Uiteindelijk blijven de schoonmakers, een man met een gebroken teen en ik achter. Ik voel me een loser.

In gedachte ruzie ik met mezelf. Stel ik me aan? Zo erg kan het toch niet zijn? Wat zullen anderen wel niet denken? Moet ik hier een dag blijven en dan alsnog naar het volgende dorp lopen? Zal ik de bus nemen zodat ik vanavond weer bekende zie? Ik drink nog meer thee en probeer te ontspannen met Netflix, maar echt ontspannen zit er niet in.

Uiteindelijk besluit ik de bus naar Lugo te nemen. Een wat grotere stad gelegen op de Camino Primitivo, een andere route naar Santiago. Op Google Maps spot ik hier een vegan café en ik besluit er een verwendag van te maken. Met pijnlijke knieën loop ik mank naar het busstation. Het regent, maar de oranje regenponcho die ik gisteren heb gekregen houd me goed droog. Een wandelstok helpt me het gewicht van mijn steeds zwaarder wordende tas te tillen en met mijn andere arm klem ik de slaapzak tegen m’n zij.

De ruitenwissers van de bus werken hypnotiserend. Ik verdwijn in mijn hoofd. Zoveel gedachtes. Op het randje van huilen kom ik aan in Lugo. Toch ben ik ergens wel blij, want ik heb toch ook helemaal geen zin om én met pijn én in de regen de hele dag te gaan wandelen.

Vegan Camino: selfcare met soyamelk

Lugo blijkt een schitterende stad te zijn. Sfeervol. Met oude gebouwen en stadsmuren die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staan. Midden in de stad ligt vegan Café Reina, waar ik direct naartoe loop. Het wordt een selfcare dag met soyacappucino’s. vegan carrotcake en linzensoep. Zittende in het cafeetje heb ik letterlijk en figuurlijk de tijd en ruimte om mijn dagboek bij te werken.

Ik merkte hoe moe ik ben en hoeveel mijn lichaam dit nodig heeft: even niks doen, even goed eten en opladen. Ik voel me geen loser meer, zoals vanochtend. Met het opschrijven van mijn ervaringen van de afgelopen dagen, komt de realisatie dat het nooit verkeerd is om naar mijn lichaam te luisteren. Het word me steeds duidelijker waarom ik de Camino loop. En Santiago bereik ik niet door achter mensen aan te lopen. Ik bereik het alleen door naar mijn lichaam te luisteren.

En dus bestel ik nog een kopje thee, en schrijf ik verder.

Mediteren in de kathedraal van Lugo

Op letterlijk iedere straathoek van dorpen op de route zit een apotheek. Bij een willekeurige koop ik meer teencondooms en voor de zekerheid ook een brace voor mijn nog steeds pijnlijke knie. En voetencrème. Ik zie iedereen van alles op hun voeten smeren en dus ga ik er vanuit dat het iets goeds doet. Baat het niet, dan schaadt het niet.

In de avond bezoek ik de kathedraal van Lugo. Iemand wijst me op de achteringang, zodat ik geen entree hoeft te betalen. In neem plaats op een van de kerkbanken en kijk toe hoe andere mensen hun wensen en zorgen naar God prevelen. Hoewel ik niet christelijk ben, vind ik kerken altijd een fijne rust uitstralen. Een rust die ik vandaag goed kan gebruiken. En dus mediteer ik voor Maria’s standbeeld. Of is dat stiekem gewoon een andere vorm van bidden?

Maria in de kathedraal van Lugo.


Lees meer over mijn ervaring op de Camino de Santiago:

– Dag 1: de start van mijn pelgrimsreis
– Dag 2: wanneer de regen maar niet stopt
– Dag 3: de Camino voorziet
– Dag 5: vriendschappen in een natte kroeg
– 
Dag 6: ondraagelijke pijn op de Primitivo
– Dag 7: stapje voor stapje komt het einde in zicht
– Film: Snapshots to Santiago de Compostela