Na een busrit van zo’n zes uur kom ik aan in het koude en regenachtige Gorkha, het hart van Nepal. Meteen bij het uitstappen word me duidelijk dat dit geen plek is waar veel toeristen komen: alle borden en namen zijn in het Nepalees. Met behulp van een ex-Gurkha soldaat kom ik terecht in een hotel die ‘de beste van de stad’ was. Dat maakt me nieuwsgierig naar de andere hotels. Gelukkig redden de werknemers me van de reuze spin in de badkamer en later ook van een mega kakkerlak. Ik kan gerust gaan slapen.
De volgende ochtend word ik wakker in de regenwolk die nog niet is weggetrokken, of inmiddels weer is teruggekeerd. Erg jammer, aangezien ik boven op een berg zit en het uitzicht hier schitterend moet zijn. Toch laat ik me niet uit het veld slaan en waag ik een paar uur later, wanneer de ergste regen is opgehouden, een poging om Gorkha Durbar te bezoeken. Een fort, paleis en tempel in één, boven op een berg.
Het epicentrum van de aardbeving
Naast de werknemers van de U.N. en het Rode Kruis lijk ik de enige buitenlander in het stadje. Het Gorkha district was het epicentrum van de aardbeving in 2015. Iets wat, buiten de medewerkers van de U.N. en het Rode Kruis, goed zichtbaar wordt bij Gorkha Durbar. Na 1500 treden opgeklommen te hebben (ik heb ze niet geteld, dit is mij later verteld), kom ik bezweet en wederom in een grote wolk aan bij de ingang. Arbeiders zijnbezig puin te ruimen, zo’n 1,5 jaar na dato was het paleis nog een groot zooitje.
Aangezien ik de enige buitenlander in Durbar ben. lijk ik meer een attractie dan de Durbar zelf. Ik probeer me er niet te veel van aan te trekken en loop rond tussen de opgestapelde stenen en door de modder. Locals die hier naartoe komen om te bidden, staan met schalen rijst, wierook en bloemen te wachten op hun beurt op de tempel te betreden. Vrouwen op blote voeten trotseren de koude modder om wierook te branden en mantra’s voor te dragen voor een heilige poster. Op de achtergrond rinkelen mannen bellen en slaan op trommels.
Het Gurkha koninkrijk
Op de weg terug naar beneden heb ik mijn best gedaan mijn Nepali te verbeteren. Met alle mensen die ik tegenkom begin ik een gesprekje. Met oudere vrouwen gaat dat toch makkelijker dan met kinderen. Kinderen snappen mijn gekke accent minder goed en ik snap vaak hun antwoorden niet; oudere vrouwen daarentegen lijken beter in staat hun taalgebruik aan te passen aan mijn woordenschat. Hoewel ik ook lang niet alles begrijp wat zij vertellen, kan ik de kern er wel redelijk uithalen. Iedereen die ik ontmoet lijkt het in ieder geval enorm te waarderen dat ik hun taal probeer te leren.
De Gurkha’s overheersten Nepal tot begin 20e eeuw. Nepal heette voorheen Gorkha Kingdom en de voertaal was Gurkhali. Toen later de hoofdstad veranderde van Gorkha naar Kathmandu, veranderde ook de naam van het land en te taal. Kathmandu lag in het district Nepal. Vandaar dat Gorkha Kingdom later is uitgegroeid tot Nepal en dat Gurkhali werd omgedoopt tot Nepali.
De Gurkha’s zijn een trots volk en wellicht een van de bekendste van Nepal. Na de Gurkha – Engelse oorlog (1814-1816) traden de eerste Gurkha’s in dienst bij de Britse Oost Indische Compagnie. Tot vandaag de dag dienen er vele Gurkha’s in het Britse leger; niet langer als huursoldaten, maar als volwaardig lid, met sinds kort hetzelfde salaris als de Britse soldaten. Jaarlijks worden er 270 mannen geselecteerd uit ruim 10.000 aanmeldingen. Gurkha’s staan bekend om hun doorzettingsvermogen en kracht en worden door de Britten op wereldwijde missies ingezet.
Praktische info Gorkha
Probeer Gorkha te bezoeken op een heldere dag. Het is een schitterend, vergeten stadje! Vanaf Durbar heb je uitzicht over de Himalaya en de vallei. Durbar’s entree voor buitenlanders is 50 roepie. Wil je ook foto’s maken, dan betaal je 200 roepie extra. Voor Nepali en mensen uit SAARC-landen gelden andere tarieven. Er rijden alleen lokale bussen naar Gorkha.