‘Je bent 18+, je maakt je eigen keuzen en je gaat naar Syrië om humanitaire hulp te bieden aan broeders en zusters in nood. Wat je later besluit wel of niet te doen om te helpen, dat is jouw keuze‘. De Noorse IS-Ronselaar Ubaydullah Hussain is onderweg naar het vliegveld met de 18-jarige, tot Islam bekeerde Noor Peter. Maar waarom en hoe radicaliseren mensen? Waarom wordt de een islamist en de ander journalist? Met die vragen in zijn achterhoofd volgde filmmaker en journalist Adel Khan Farooq drie jaar lang het leven van Hussain, wat zich vertaalde in de documentaire Recuiting for Jihad.

‘Wil je nog een laatste milkshake van de McDonalds?’ Hussain lacht vrolijk terwijl hij luchtig wisselt tussen onderwerpen als McDonalds en afreizen naar Syrië. Het is slechts één van de voorbeelden die aantonen hoe gewoon deze mensen zijn in hun dagelijks leven. De documentaire toont hoe Hussain jongeren op straat enthousiast maakt voor de Islam en de Jihad, hoe gelijkdenkende samenkomen om te discussiëren en lol te hebben en hoe langzaam maar zeker extreme denkbeelden overgenomen en eigengemaakt worden. En met succes, want enkele van deze jongeren die Hussain rekruteert worden later gelinkt aan aanslagen.

recruting for jihad review

Hussain (rechts) legt Peter uit hoe hij het beste mensen kan aanspreken wanneer hij ze over de Islam wilt vertellen.

Hoe gaat Hussain te werk?  Hoe opereert een extremistische groep binnen een samenleving die deze acties veroordeeld? Hussain vertelt er graag over, wat de kijkers een unieke inkijk biedt in een wereld die voor velen toch een ver van hun bed show is.

Op de vraag of Hussain alle moslims denkt te representeren antwoord hij dat hij nooit gezegd heeft dat te doen: ‘Ik representeer de Islam en ik hoop dat in een goede manier te doen!’ Hij ziet zijn werk als zijn plicht en deze doet hij vol overgave. Hoewel hij inmiddels is opgepakt en een celstraf van negen jaar uitzit voor banden met IS, ronselen voor IS, financiering van IS en bedreiging, is er volgens hem geen wet overtreden. Voor hem weegt de islamitische wet zwaarder en bestaat de Noorse niet. Of hij de Islam op een goede manier representeert? Volgens een grote meerderheid absoluut niet! Maar hoe komt het dat er toch mensen deze weg inslaan?

Ze hadden net zo goed gerecruteerd kunnen worden door extreem rechtse groepen.

In het gesprek met filmmaker Farooq en criminoloog Fiore Geelhoed, dat volgde na afloop van de documentaire, werden deze vragen verder behandeld. Termen als Beloning(; erbij horen) en Agency(; individuele vrije keuze) kwamen veel terug. Farooq bracht naar voren dat Hussain vaak een vaderrol aannam bij jongeren die dit figuur miste. Geelhoed vulde dit aan met dat er een inderdaad een alternatief wordt geboden. ‘Het is niet alsof IS meteen verkocht wordt in die gesprekken op straat, dit sluipt er langzaam in tijdens het voetvallen, de pizza avonden en het samen bidden’. Farooq beaamt dit. Wat hem het meest verbaasde was de liefde tussen deze mensen, als een familie. De gesprekken gingen niet over de Sharia of IS. ‘Ze hadden net zo goed gerekruteerd kunnen worden door extreem rechtse groepen. Het is wie ze het eerst de gemiste liefde geven’, aldus Farooq.

Nuanceloos mediabeleid

Jongeren die gerekruteerd worden zijn veelal kwetsbaar. Ze voelen zich niet helemaal thuis in de maatschappij waarin ze leven. Iets wat gevoed wordt door de media als wel waar de ronselaars op in spelen. Volgens Geelgoed is er een spel gaande tussen media en islamisten en is er geen ruimte voor nuance in de media. In Noorwegen zorgde de publiciteit van Hussain voor vragen onder de moslimbevolking. Waarom krijgt hij met zijn extreme ideeën aandacht, maar de ‘gewone’ moslim niet? Op deze manier wordt er een vertekend beeld van moslims weergegeven, wat kan leiden tot de groei van het gevoel van elders thuishoren. Met deze documentaire wilde Farooq laten zien dat mensen als Hussain en Peter ook normale mensen zijn. Dat ze meer zijn dan het beeld wat door de media wordt neergezet. Volgens hem werkt het niet om mensen als Hussain neer te zetten als een bedreiging en moet er juist in gesprek gegaan worden om het hele proces van radicaliseren te begrijpen. Iets wat hij in deze documentaire in gang wil zetten.

Tijdens het filmproces heeft de Noorse politie ongepubliceerd filmmateriaal in beslag genomen als bewijs tegen opgepakte Syriëgangers zoals Peter (Peter werd opgepakt onderweg naar Syrië). De zaak kwam tot aan de hoogste rechter in Noorwegen en kreeg veel publiciteit. Niet alleen ging het over bewijsmateriaal tegen Syriëgangers, bovenal ging het om de inbreuk op persvrijheid en het recht op het beschermen van bronnen. Na een maandenlange rechtszaak werd besloten dat de politie het materiaal terug moest geven en niet mocht bekijken. Hoewel de Noorse persvrijheid wat dat betreft gered was, had dit alles wel consequenties voor Farooq en de opgebouwde vertrouwensband met Hussein. Met een laatste interview tussen de twee was dat het einde van de film. Niet veel later werd Hussain opgepakt.

Wat in de documentaire Recruiting for Jihad en in de gesprekken na afloop vooral naar voren kwam is dat mensen zoekende zijn. Deze zoektocht is iemand zelf begonnen, maar wordt versterkt door polarisatie en het gemiste gevoel van erbij horen. Dit belongingsgevoel kwan worden ingevuld door islamisten, maar net zo goed door andere groepen. Farooq werkte in de grijze gebieden waar filmmakers, journalisten en onderzoekers vaak mee te maken krijgen en wakkerde een debat aan over persvrijheid, terwijl hij enkel antwoord zocht voor een vraag die velen bezig houdt: Waarom en hoe radicaliseren mensen?

Recruiting for Jihad werd voor het eerst vertoont op IDFA 2017. Op 1 februari 2018 screende Stichting Argan de documentaire opnieuw. Stichting Argan is maatschappelijk betrokken mét en rondom jongeren in Amsterdam. Bekijk hun website voor meer informatie wat betreft lezingen en debatten. 

In de uitspraken die Farooq deed tijdens de Q&A, waarin ik hem in het bovenstaande stuk citeer, laat hij nadrukkelijk weten dat dit zijn mening en interpretatie van zijn filmbeelden is. Hij heeft er geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Maar na drie jaar veldwerk mag je wat mij betreft best een tellende mening hebben.