Een pluim rook ontsnapt uit de gaottie, een tipi-vormig hutje wat dienst doet als huis van de Sami. Wanneer we binnenstappen is onze gastvrouw Ann al bezig met het voorbereiden van de lunch. De pan is bijna warm genoeg om burgers te bakken en dikke chanterellen veranderen in dunne plakken. Afwachtend nemen we plaats op de rendiervellen rond het vuur. Eten wat de pot schaft, right?
Na het zien van de documentaire Cowspiracy besloot ik zo’n twee jaar geleden om vegetariër te worden. Eten wat de pot schaft gaat dus niet altijd op. Mijn keuze was niet per se op het dierenwelzijn gebaseerd, wat zeker wel een rol speelt, maar vooral op het feit dat de vleesindustrie mega vervuilend is. Iets wat de documentaire voor mij aan het licht bracht. Volgens de Wereldvoedselorganisatie (FAO) is de mondiale veeteelt verantwoordelijk voor bijna 15 procent van alle aan menselijk gedrag gerelateerde broeikasgassen. (Lees hier het hele stuk in de Correspondent!)
Het principieel weigeren van vlees botst wel eens met mijn zero-waste principes. Want moet ik het vlees wat anders weggegooid wordt, niet gewoon opeten? Voedselverspilling is ook erg. En als ik zeg vis te missen, wat is er dan mis met af en toe een stukje zalm? Stuk voor stuk vragen waar ik wel eens mee worstel. Toch at ik geen hap vlees, noch vis.
Cultuur proef je
Ook worstelde ik met de vraag of ik typische vleesgerechten uit een bepaald land zou weigeren als het me wordt aangeboden. Een Griekse man vertelde me eens dat door te proeven, je een cultuur van een land meekrijgt. ‘Iets wat voor vooral een antropoloog belangrijk is’, aldus de man. Voorafgaand aan ons bezoek bij de Sami in Zweeds Lapland schoot dit meermaals door mijn hoofd. De Sami staan bekend als rendierhoeders en leven van de rendieren en het bos. Ergens voelde ik de bui dus al hangen; dit zal vast geen vegetarische middag worden.
Mijn voorgevoel bleek juist. Niet lang nadat we hadden plaatsgenomen, gooide Ann de eerste stukken rendiervlees in de pan. Een echte ‘Sami burger’ stond op het menu: brood met boter, kaas, chanterelle, ui en een stuk rendiervlees. Ze reek me een servet aan met daarop de burger en mijn nieuwsgierigheid, en deels ook beleefdheid, won het van mijn principes. 1,5 jaar nadat ik besloot vlees te bannen, nam ik een hap van een burger die niet veel anders smaakte dan gehakt.
Waarom je soms uitzonderingen moet maken
Maar waarom? Waarom het vlees thuis laten liggen, maar nu op reis wel een burger naar binnen werken? Ik nam deze burger aan omdat ik benieuwd was naar de smaak van rendiervlees. Iets wat ik nog nooit gegeten had. Daarnaast heeft deze burger ook geen (grote) impact gehad op het milieu, noch op het dierenwelzijn. Wat betekent dat mijn argumenten om vlees te weigeren niet opgingen.
Ann en haar man Mikael vertelden over de leefwijze van de Sami. Hoe zij al zolang ze zich kunnen herinneren met, voor en van de rendieren leven. De kennis die zij over deze dieren hebben is zo groot en indrukwekkend. Deze dieren zijn als heiligen voor dit volk, wat betekent dat het doden ervan met respect gebeurt. Daarnaast is het vlees lokaal en heeft het rendier een vrij leven gehad in de Zweedse bossen. Voor mij is dit dus iets anders dan vlees eten wat regelrecht uit de vleesindustrie komt.
Gek was het wel. Ik was altijd een beetje ‘bang’ dat, wanneer ik weer eens vlees zou eten, ik er super erg naar zou terugverlangen. Gelukkig was dat niet zo. Het smaakte naar gehakt, en ik realiseerde me eens te meer dat ik vlees absoluut niet mis. Ik ben blij dat ik het geproefd heb, en zo een stukje van de Sami cultuur heb mogen oppeuzelen. Ook ben ik blij met mijn keuze vegetariër te zijn, voor zowel het milieu als voor de dieren.
Cultuur gaat zeker mede door de maag! Een land ontdekken aan de hand van zn eetcultuur (yaaasss!) hoeft echter zeker niet altijd te betekenen dat je niet vegetarisch kan eten. Daarbij houdt gastvrijheid net zo goed in dat je de wensen van de gast respecteert als het blij zijn met je eten dat je ontvangt als gast. Echte gastvrijheid zou niet moeten betekenen dat je je overtuigingen opgeeft. Ik geloof overigens dat je de juiste keuze hebt gemaakt door het wél te proeven. Het gaat immers om daadwerkelijke impact, niet om
principe – maar ook om de waardering van de gift. Zoals je al aangeeft: ‘wild vlees’ heeft zeker niet de problemen die dieren uit de bio-industrie meemaken. Halve plofkip nee, plakje biologische prosciutto – jazeker! De enige mileu-impact in Scandinavië is de verminderde aangroei van jonge bomen (voornamelijk door elanden, minder zelfs door rendieren) – iets waar de enorme Zweedse papierindustrie en daarmee de overheid niet content is. De dieren zelf hebben een goed leven.
Ik denk dat je de goeie keus hebt gemaakt – je impact op het milieu is kleiner dan die van wie dan ook – tegelijkertijd zou je gastheer zich nooit beledigd mogen voelen als je weigert.
Overigens… Wellicht is het de anderhalf jaar vega, maar rendiervlees (en zeker elandvlees, hmjam!) smaakt toch echt significant anders dan ‘gehakt’ (zowel varkens- als rundergehakt) in mijn beleving… Maar dat was niet je punt 😉
Liefde!
ah Melvin, ik had al gereageerd op je, maar dat is blijkbaar niet goed gegaan. Thanks voor je comment! Ik ben het met je eens dat gastvrijheid niet zou moeten betekenen dat je je overtuigingen opgeeft. Dat was ook niet het geval hier, we hebben hele interessante gesprekken gehad over de natuur, vlees en de vleesindustrie. Dus ik denk ook de juiste keuze gemaakt te hebben (: Wat betreft de smaak; je zal wel gelijk hebben haha Ik denk dat het inderdaad naar gehakt smaakte omdat ik de smaak van vlees niet meer gewent ben. 😉
Leuk stuk om te lezen Yalou!
Thanks Shirley! (:
Leuke ervaring! Let even op je spelling: ‘Deze dieren zijn als heiligen voor dit volk, wat betekend dat het doden ervan met respect gebeurd.’BetekenT en GebeurT zijn hier allebei met een ’t’. Alleen de voltooid verleden tijd is met een ’t’;-)
Hi Eva, dankjewel voor je reactie, ik ga het meteen aanpassen 🙂