[:nl]Geschreven: 5 juni 2015
We zitten gevangen in een van de mooiste kamers waarin ik tot nu toe geslapen heb, terwijl er buiten een zandstorm voorbij raast.
We hebben in een dag zo’n 300 kilometer gelift naar het allerlaatste dorpje voor de Sahara: M’hamid. Van een van onze lifters kregen we nog een watermeloen om te proeven, want deze regio staat daar bekent om. Nooit gedacht dat die dingen in de woestijn zouden groeien. Waarschijnlijk dacht hij ook dat ik er nog nooit een gegeten had, omdat ik maar niet begreep waar hij het over had in het Frans, tot hij er uit z’n achterbak toverde..
In M’hamid werden we de volgende ochtend wakker met een wijze les: slaap nooit met je raam open in de woestijn en doe je tassen altijd dicht! Een twee centimeter dikke zandlaag was als een deken over onze kamer neergestreken.
Toen de wind later op de dag ging liggen begonnen we aan onze tocht naar de Sahara. Samen met een Duitse vader en zoon en onze gids banjerde de jeep twee uur lang over zand en stenen. Tegen de avond bereikte we onze tentenkamp, gelegen aan de hoge zandduinen. De kok bereidde een overheerlijke tajine en in de avond kwamen de trommels tevoorschijn bij het kampvuur. Met zo weinig mensen was het enthousiasme na een paar nummers helaas wel op..
Omdat het super warm was (duh, we zitten in de Sahara) besloten we onze matrassen buiten te leggen en in het licht van de volle maan te gaan slapen. Niet heel veel later kwam toch de wind weer opzetten en vluchten we terug naar onze tent.
De volgende dag kwam M’bark de kamelendrijver (het waren dromedarissen..) ons ophalen. Vaal noemde z’n viervoeter Fred en ik zat op Jamiel. Omdat ik de enige vrouw was en M’bark meteen verliefd was op me, mocht in voorop in onze kamelen karavaan. Na twee uur rijden, ingewikkeld in twee sjaals tegen het opwaaiende zand (wat niet werkte, we hadden nog steeds zand in onze ogen) kwamen we aan bij een nogal teleurstellende oase. We lazen wat, sliepen wat, aten een heerlijke Marokkaanse salade, en zwommen in een irrigatie put in de woestijn, ja een irrigatie put.
Na een warme, wind vrije terugweg naar ons kamp hadden we wederom een heerlijk tajine met een waterpijp vooraf. We vielen in slaap onder de sterrenhemel en de volgende ochtend zat iedereen brak in de jeep, op weg naar de bewoonde wereld.
De Duitse vader en zoon hadden een auto gehuurd en gaven ons een lift van ruim 300 km door de bergen naar Tingher. Waar zij deze ochtend verder zijn gegaan naar marrakesh en waar vandaan wij morgen verden liften naar het noorden.
X Amalou en Valentino
(^ I am Yalou werd Amalou, wat schaduw in het berber beteked. Valentino vonden ze gewoon leuk)
Meer foto’s van Marokko zien? Klik hier![:en]Geschreven: 5 juni 2015
We zitten gevangen in een van de mooiste kamers waarin ik tot nu toe geslapen heb, terwijl er buiten een zandstorm voorbij raast.
We hebben in een dag zo’n 300 kilometer gelift naar het allerlaatste dorpje voor de Sahara: M’hamid. Van een van onze lifters kregen we nog een watermeloen om te proeven, want deze regio staat daar bekent om. Nooit gedacht dat die dingen in de woestijn zouden groeien. Waarschijnlijk dacht hij ook dat ik er nog nooit een gegeten had, omdat ik maar niet begreep waar hij het over had in het Frans, tot hij er uit z’n achterbak toverde..
In M’hamid werden we de volgende ochtend wakker met een wijze les: slaap nooit met je raam open in de woestijn en doe je tassen altijd dicht! Een twee centimeter dikke zandlaag was als een deken over onze kamer neergelegd.
Toen de wind later op de dag ging liggen begonnen we aan onze tocht naar de Sahara. Samen met een Duitse vader en zoon en onze gids banjerde de jeep twee uur lang over zand en stenen. Tegen de avond bereikte we onze tentenkamp, gelegen aan de hogen zandduinen. De kok bereidde een overheerlijke tajine en in de avond kwamen de trommels tevoorschijn bij het kampvuur. Met zo weinig mensen was het enthousiasme na een paar nummers helaas wel op..
Omdat het super warm was (duh, we zitten in de Sahara) besloten we onze matrassen buiten te leggen en in het licht van de volle maan te gaan slapen. Niet heel veel later kwam toch de wind weer opzetten en vluchten we terug naar onze tent.
De volgende dag kwam M’bark de kamelendrijver (het waren dromedarissen..) ons ophalen. Vaal noemde z’n viervoeter Fred en ik zat op Jamiel. Omdat ik de enige vrouw was en M’bark meteen verliefd was op me, mocht in voorop in onze kamelen karavaan. Na twee uur rijden, ingewikkeld in twee sjaals tegen het opwaaiende zand (wat niet werkte, we hadden nog steeds zand in onze ogen) kwamen we aan bij een nogal teleurstellende oase. We lazen wat, sliepen wat, aten een heerlijke Marokkaanse salade, en zwommen in een irrigatie put in de woestijn, ja een irrigatie put.
Na een warme, wind vrije terugweg naar ons kamp hadden we wederom een heerlijk tajine met een waterpijp vooraf. We vielen in slaap onder de sterrenhemel en de volgende ochtend zat iedereen brak in de jeep, op weg naar de bewoonde wereld.
De Duitse vader en zoon hadden een auto gehuurd en gaven ons een lift van ruim 300 km door de bergen naar Tingher. Waar zij deze ochtend verder zijn gegaan naar marrakesh en waar vandaan wij morgen verden liften naar het noorden.
X Amalou en Valentino
(^ I am Yalou werd Amalou, wat schaduw in het berber beteked. Valentino vonden ze gewoon leuk)
Meer foto’s van Marokko zien? Klik hier![:]
1 comment