Geschreven: 29 mei 2015
We drinken thee op een veel te chice golfclub waar we totaal uit de toon vallen met onze vieze haren en lompe backpackers kleding. We zijn in gesprek met een welvarende Marokkaan die ons een lift heeft gegeven van Banana village naar Agadir. Hij vind dat we lef hebben door de manier waarop we reizen en biedt ons maar al te graag wat te drinken aan voordat hij ons weer bij de grote weg afzet. We hebben gesprekken over cultuurverschillen en over hoe Algerije en Marokko van elkaar verschillen. Ik probeer zo goed als ik kan de gesprekken te vertalen als onze host er niet uit komt in het Engels.
Een paar dagen geleden vertrokken we samen met de Canadese Alan uit Essuaoira. Onze eerste lift op weg naar het kleine surfers plaatsje Taghazout was een oude man die een aantal jaar in Nederland heeft gewoond en maar wat blij was om weer even Nederlands te kunnen praten. Hij ratelde aan een stuk door en was niet meer helemaal bij z’n volle verstand. Toen we bij zijn dorp aankwamen nodigde hij ons uit voor thee en lunch. We kregen een Marokkaanse salade die zwom in de olie en bekende Marokkaanse mint thee met teveel suiker. Wij kregen de kans niet om het te betalen, Omar had ons namelijk uitgenodigd en niet andersom. De gastvrijheid van de Marokkanen blijft ons keer op keer weer verbazen.
Nog twee lifts volgde voordat we tegen de avond in Taghazout aankwamen. We besloten te gaan wildkamperen, vaal en ik in onze tent, en Alan in zijn hangmat. Ons kleine 100.000 sterren hotelletje met uitzicht op de zee, inclusief waakhond, beter kan niet! Voordat we gingen slapen hadden we nog wat locale vissers ontmoet die ons aanboden om de volgende dag op hun dakterras te kamperen, toen we de volgende ochtend opzoek gingen naar hun huis hebben we per ongelijk naar de verkeerde man gezwaaid die op een van de dakterrassen het dorpje in de gaten hield, en zo zijn we uiteindelijk toch in een hostel terecht gekomen. Het was helaas geen weer om te surfen, dus na twee nachten slapen lieten we Taghazout voor wat het was en liften we verder naar Banana Village.
Omdat het toch al weer redelijk laat werd (vroeg opstaan is niet helemaal ons ding) namen we een taxi naar Pardise Valley. In de jaren ’60 was dit dé plek van de hippies en rainbow communities in Marokko. Helaas zijn deze inmiddels weer verdwenen door het opkomende toerisme. Er zijn restaurantjes en taxi’s vol met mensen stoppen voor de ingang van dit paradijsje, wat niet weg neemt hoe mooi het is. Door het verkeerde pat te kiezen banjeren we met onze grote backpacks door de struiken, door het water en over kiezelstenen paatjes op weg naar het eerste ‘zwembad’. Helaas was die beladen met toeristen, dus besloten we om nog een berg(je) over te klimmen om uiteindelijk bij het laatste zwembad aan te komen, waar alleen Marokkanen zaten. We aten ons broodje, Alan dook het water in en de Marokkanen deelden hun thee met ons.
Na een nacht te hebben gekampeerd in deze mooie valei, dit keer met een waakkat die ons gezelschap hield gedurende de nacht, begonnen we aan onze trektocht terug naar de bewoonde wereld. We konden mee liften op de grond van een toeristenbusje en terug in Banana Village hadden we al snel onze lift richting Agadir waar we op een veel te fancy golfbaan uitkwamen.
Inmiddels zijn we na twee wat moeizamere lifts (de Marokkanen spraken amper Frans) aangekomen in Taroudannt, waar we afscheid nemen van Alan die richting de woestijn gaat, terwijl wij morgen onze weg vervolgen naar de bergen.
Liften is geweldig hier. De mensen zijn vriendelijk, helpen je altijd, ook begrijpen we elkaar niet altijd helemaal, iedereen bied ons wat te drinken aan en het is zo veel sneller en goedkoper dan de bussen!
1 comment